1.1 plan
het bestemmingsplan ‘Jisperweg 28-30 Westbeemster’ met identificatienummer
NL.IMRO.0370.2020Jisperwg28en30-VA01 van de gemeente Beemster.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij
behorende bijlagen.
1.3 aanbouw
een gebouw met een primaire woonfunctie dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan
een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden
kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan
het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf
een bedrijf dat in, aan of bij een woning wordt uitgeoefend door een (mede) bewoner
van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in hoofdzaak haar
woonfunctie behoudt en dat is gericht op het verlenen van diensten; de
bedrijfsuitoefening dient een ruimtelijke uitwerking en uitstraling te hebben die met de
woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 aan-huis-gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend,
waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een
ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.8 achtererf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van
het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
1.9 agrarisch hulpbedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in overwegende mate gericht is op het verrichten van
werkzaamheden voor en/of de levering van diensten aan agrarische bedrijven en verder
ook als agrarisch bedrijf kan functioneren;
1.10 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 bebouwingspercentage:
het in de regels of op de kaart aangegeven percentage van een bouwvlak, of indien
geen bebouwingsgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak,
dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen, tenzij in de regels anders is
bepaald;
1.12 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein van een (agrarisch) bedrijf, die
slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een of meer personen,
wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het
terrein.
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde
is verbonden.
1.21 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de
aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.22 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm onderscheiden
kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.23 erker
een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de voor- of zijgevel of beide, en
ondergeschikt is aan de woning;
1.24 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in
de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt.
1.26 geluidsgevoelige objecten
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals
bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en artikel 1.2. van het Besluit geluidhinder.
1.27 geluidshinderlijke Wgh-inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit
milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.28 Gevellijn
Aanduiding van de achtergevel en de verlengde lijn van de (bedrijfs)woning.
1.29 hoofdgebouw
gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of
bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.30 kap
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een
muur, en die bestaat uit ten minste twee hellende dakvlakken die elkaar snijden op het
hoogste punt.
1.31 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde
op het moment van vaststelling van het plan.
1.32 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel
met ten hoogste een wand;
1.33 perceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.34 prostitutie/prostituee:
degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een
ander tegen vergoeding;
1.35 raamprostitutie:
een seksinrichting waarbij de prostitutie/prostituee vanachter de ramen door handeling,
houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie beweegt, uitnodigt
dan wel aanlokt;
1.36 recreatie-eenheid:
een recreatie-eenheid is een zelfstandige verblijfsruimte in een gebouw die bestemd is
voor recreatief verblijf door een persoon, een (deel van een) gezin of een daarmee
gelijk te stellen groep mensen en die niet fungeert als permanent of hoofd-woonverblijf;
1.37 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke gebouw dan wel onderkomen waarin bedrijfsmatig of
in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting
worden in ieder geval verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een
sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een
erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.38 sekswinkel:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van
erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;
1.39 stolpwoning:
van oorsprong voor agrarisch doel (inclusief wonen) opgericht gebouw op een vierkante
plattegrond, bestaande uit één bouwlaag met pyramidaal dak, dat rust op een
constructie van poeren en dwarsbalken;
1.40 thuiswerk:
degene die thuis prostitutie bedrijft en voldoet aan de volgende voorwaarden:
- het werk vindt uitsluitend plaats in de eigen woning, waar hij of zij ook volgens het bevolkingsregister staat ingeschreven;
- werving van klanten gebeurt uitsluitend langs informele weg, adverteren mag slechts incidenteel;
- aan de buitenkant van het perceel mag niet blijken dat er prostitutie wordt bedreven;
- er mag door anderen of andere bewoners van de woning geen prostitutie worden bedreven;
- er mag geen sprake zijn van overlast of aantasting van het woon- of leefklimaat;
1.41 uitbouw
een gebouw met een primaire woonfunctie dat als vergroting van een bestaande ruimte
is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan
worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw;
1.42 voorgevel
de gevel van een gebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als
belangrijkste gevel kan worden aangemerkt, mede gezien de situering van het
huisnummer, brievenbus, voordeur en uitrit.
1.43 woning
een gebouw of gedeelte van een gebouw, bestaande uit een complex van ruimten, dat
is bedoeld en dient voor de huisvesting van één huishouden.